Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Averechts effect opkoopregelingen

De twee Landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties (Lbv en Lbv+) hebben niet tot het beoogde resultaat geleid. De vergunningverlening is nog steeds niet op gang gekomen en grasland wordt massaal omgezet naar bouwland met kapitaalintensieve gewassen.

Geen verrassing

Vanuit het BLHB-bestuur hebben we in 2022 en 2023 meerdere malen onze zorg en onze kritiek geuit over de ontwikkeling van de twee Lbv-regelingen. Met de bijzondere positie van hoevepachters en pachtafhankelijke bedrijven is in de regelingen geen rekening gehouden, ondanks diverse verzoeken. Ook twijfelden we al aan de haalbaarheid van de doelen en waren we bang voor de effecten. Het blijkt dat er diverse averechtse effecten ontstaan.

In het ambtelijk overleg wensten de opstellers geen gehoor te geven aan de wensen en de kanttekeningen van de BLHB. Enerzijds bespeurden we onwil en anderzijds bleek er onvoldoende deskundigheid op het ministerie aanwezig te zijn. 

Woest aantrekkelijk

Voormalig minister Van der Wal presenteerde de Lbv-regelingen als woest aantrekkelijk, maar het lijkt erop dat de regelingen op diverse punten ondoordacht zijn. Diverse nieuwsmedia – waaronder een uitzending van Een Vandaag op 28 november 2024 – stellen dat de uitkoopregelingen ervoor moesten zorgen dat melkveehouders vrijwillig hun vee zouden wegdoen. Zo kon de stikstof-uitstoot worden teruggedrongen. Maar het blijkt dat de beoogde oplossingen van het ene probleem zorgt voor problemen op een ander gebied. In de uitzending van Een Vandaag werd de Peel als voorbeeld genomen.

Richtlijn water

Naast de stikstofproblematiek heeft de Kaderrichtlijn Water flinke gevolgen voor de agrarische sector. Recent zijn de teeltvrije stroken, implementatie Nutriënten verontreinigde gebieden en beëindiging derogatie een paar voorbeelden van oplossing van de problemen met stikstof en waterkwaliteit. De inschatting is dat het niet bij deze maatregelen blijft. 

De Lbv-regelingen moeten de stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden verminderen. Het effect is dat de stoppende melkveehouders het overgrote deel van deze gronden van grasland naar bouwland (laten) omzetten. En hierop worden vervolgens kapitaalintensieve teelten verbouwd. Diverse deskundigen en bestuurders schatten in dat deze omzetting tot grote negatieve gevolgen voor de kaderrichtlijn leidt. 

Ook in andere delen van Nederland zijn deze gevolgen zichtbaar en in het Oosten betreft het vooral de omzetting naar aardappelland. 

De telers van deze gewassen moeten vaak grote afstanden overbruggen, zodat het milieu en de vermindering van uitstoot van stikstof hiermee niet worden geholpen.

Landbouwstructuur en mestafzet

Door de omzettingen van grasland naar bouwland kunnen de blijvende melkveebedrijven niet de gewenste ontwikkeling doormaken. De gewenste grondgebonden extensivering kan niet in het gebied worden gerealiseerd en ook de mestafzet wordt niet verbeterd. 

Bij diverse saneringen van veebedrijven kan je je afvragen of dit niet tot onnodig kapitaalverlies leidt. Er zijn veel goed geoutilleerde bedrijven met de nodige nieuwbouw die aan de Lbv-regelingen meedoen en die nu moeten worden gesloopt. Deze kapitaalvernietiging wordt door het ministerie genegeerd. 

PAS-melders

Het idee was dat door sanering van de veehouderijbedrijven PAS-melders konden worden gelegaliseerd. De vraag is of de landbouwsector inderdaad voor een deel deze vruchten kan plukken. Minister Wiersma heeft onlangs bekend gemaakt dat zij de termijn om de PAS-melders te legaliseren met drie jaar uit wil stellen. 

Kortlopende pacht funest

Het instrument geliberaliseerde pacht maakt de omzetting van grasland naar bouwland eenvoudig mogelijk. De gronden kunnen op deze wijze onbeperkt jarenlang voor deze teelten worden aangewend. Er is ook geen eis dat de telers in de nabijheid van de gronden moeten wonen. De hoogste bieder mag de gronden exploiteren.

Door de korte duur en de hoge pachtprijs wordt er niet in het gepachte geïnvesteerd en is er geen sprake van duurzaam bodembeheer. Ook leidt deze pachtvorm niet tot verbetering van de landbouwstructuur.  

Juist bij deze regelingen moeten de gronden aan de overblijvende veebedrijven worden toebedeeld, zodat deze de grondgebondenheid kunnen versterken en/of het bedrijf kunnen extensiveren.

Woestenij

De woest aantrekkelijke regeling leidt eerder tot woestenij: van de drup in de regen. Diverse gevolgen van de Lbv-regelingen hebben op allerlei onderdelen een averechts effect. We hebben dus weer een brief naar de minister van LVVN verzonden waarin we onze hulp aanbieden voor het opstellen van beleid en regelingen. Het kan toch niet slechter. 

Bij het ontwerpen van deze regelingen wil het ministerie van LVVN geen advies ontvangen . De regelingen blijven daardoor ondermaats. Overigens bleek dat de opstellers van deze regelingen onze input om deze op de doelgroep af te stemmen te lastig en te moeilijk vonden. Het bestuur van de BLHB betreurt dit, en zal zijn lobby voortaan meer op de Kamerleden richten.