Bijsturing voorstellen Rummenie noodzakelijk
De Kamerbrief van 3 juli van staatssecretaris Rummenie van LVVN over de aanpassing van de pachtwetgeving schiet tekort. Het ministerie raadpleegt vooral juristen en economen zonder pachtkennis. BLHB wil bijsturen.
Inzet bijna goed
Staatssecretaris Rummenie van LVVN gebruikt de notitie ‘Transitie in de pacht’ opgesteld door de veldpartijen Federatie Particulier Grondbezit (FPG), LTO Nederland, de BLHB en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) als basis. Rummenie zet in op het stimuleren van langlopende pacht en het ontmoedigen van kortlopende (geliberaliseerde) pacht. Hij wil vooral langlopende pacht stimuleren en kortlopende pacht ontmoedigen. Op enkele punten wijkt hij af, waardoor het beleid volgens critici onvoldoende bijdraagt aan de agrarische structuur en economische duurzaamheid.
Langlopend-kortlopend
De duurzame langlopende pacht is veranderd van een contract van minimaal 18 jaar met beperkte prijs naar een loopbaanpacht van minimaal 24 jaar met vrije marktprijs. De BLHB vindt de langere looptijd acceptabel, maar wijst de vrije prijs af.
In de notitie ‘Transitie in de pacht’ was voor kortlopende pacht een termijn van 6 jaar voorgesteld, maar Rummenie heeft dit om politieke redenen verlengd naar maximaal 12 jaar. Dit is te lang om kortlopend te zijn en draagt daardoor niet bij aan de continuïteit of structuur van agrarische bedrijven. In de praktijk gebruiken verpachters vaak de volledige 12 jaar en vinden zij creatieve manieren om met de regels om te gaan, ook wat betreft de voorgestelde pachtprijs.
Verkeerde raadpleging
Het ministerie LVVN raadpleegt vooral juristen, waardoor kennis van praktijk, economie en landbouwstructuur ontbreekt. Pogingen in 2016 om te komen tot nieuwe wetgeving, het Spelderholt-overleg, mislukten omdat economen niet betrokken waren. Dit is nu weer het geval.
De BLHB vroeg het ministerie herhaaldelijk om overleg met de banken, maar het ministerie weigerde. Pacht beïnvloedt financiering en grondposities sterk. Banken behandelen dagelijks financieringsaanvragen. Zij vinden dat kortlopende pacht bedrijfscontinuïteit en financiering belemmert; ze zien een verlenging naar 12 jaar niet als een verbetering.
Op advies van deskundigen en naar aanleiding van een motie is de minimale looptijd voor duurzame pacht verhoogd naar 24 jaar. Deze duur was eerder in de notitie ‘Transitie in de pacht’ een compromis van 18 jaar. De pachtprijs wordt vrijgelaten, wat volgens BLHB kan leiden tot hoge pachtprijzen en druk op duurzaam bodembeheer, een ongewenste ontwikkeling. De langere looptijd dwingt agrariërs uit te wijken naar erfpacht, een ongewenste ontwikkeling. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat erfpachtovereenkomsten minimaal 25 jaar duren, maar om onderscheid te maken met pacht zouden ze minstens 35 jaar moeten duren.
Volgens Rummenie is dit juridisch ook noodzakelijk: volgens het Burgerlijk Wetboek kunnen overeenkomsten korter dan 25 jaar als pacht gelden en langere overeenkomsten als erfpacht worden aangemerkt. Maar pacht moet ook langer dan 25 jaar kunnen gelden. Hij suggereert dat daarom erfpacht tenminste 35 jaar moet duren, althans dat kunnen we concluderen uit de Kamerbrief. De BLHB plaatst vraagtekens en wil nagaan of Rummenie dit correct heeft verwoord.
De BLHB merkt op dat het beleid van Rummenie aanpassing van het Burgerlijk Wetboek vereist, waarbij andere ministeries betrokken zijn. Deze procedure is doorgaans complex en kan gevolgen hebben voor andere sectoren waar erfpacht een rol speelt. De slagingskans wordt door de BLHB niet hoog ingeschat.
Verkeerd voorgelicht
Volgens Rummenie was de introductie van geliberaliseerde pacht succesvol, omdat het pachtareaal gelijk bleef. Deze conclusie is echter te kort door de bocht: de nieuwe pachtvorm heeft grote problemen veroorzaakt voor de agrarische structuur. Deze zienswijze is hem op een onjuiste manier ingefluisterd.
Hij is onjuist geïnformeerd dat de geliberaliseerde pachtvorm noodzakelijk zou zijn voor flexibiliteit bij functiewijzigingen, terwijl tussentijdse beëindiging ook mogelijk is bij langlopende pachtovereenkomsten (zoals in de notitie ‘Transitie in de pacht’ is opgenomen). De zogenaamde flexibiliteit is één van de redenen waarom hij een maximale looptijd van 12 jaar als compromis heeft opgenomen. Het is twijfelachtig of hij voldoende deskundig advies heeft ingewonnen.
De BLHB handhaaft het standpunt dat de duur van geliberaliseerde pacht beperkt dient te blijven tot maximaal zes jaar, aangezien verlenging hiervan naar ons inzicht onvoldoende bijdraagt aan de ontwikkeling van de landbouwstructuur binnen het nieuwe pachtstelsel.
Teeltpacht
Rummenie voert weinig wijzigingen door in de teeltpacht. Teeltpacht wordt toegepast bij gewassen waarvoor vruchtwisseling noodzakelijk is. Het zal nog worden vastgesteld welke gewassen onder de teeltpacht vallen. Als partijen de pachtovereenkomst niet of te laat indienen, kan de verpachter geen aanspraak maken op de pachtsom. Voorheen kon in dat geval de pachter met succes de pacht registreren.
Natuurpacht
Rummenie wil natuurpacht invoeren voor gronden met een vastgesteld natuurdoel. Hij vindt flexibiliteit in pachtovereenkomsten belangrijk en stelt, zoals in ‘Transitie in de pacht’, een minimale looptijd van 6 jaar voor waarbij beheervoorwaarden tussentijds kunnen worden aangepast. De grondkamer zal zo’n wijziging beoordelen.
Dit punt was niet opgenomen in de notitie ‘Transitie in de pacht’. Nu tussentijdse aanpassingen in het beheer mogelijk zijn, streeft de BLHB ernaar om de minimale looptijd van de pachtovereenkomsten te verlengen naar 12 jaar. Deze maatregel biedt belangrijke ondersteuning aan agrariërs die natuurinclusief willen werken.
Volgens het voorstel van Rummenie wordt de pachtprijs vrijgelaten en behouden natuurorganisaties de beheersubsidies, terwijl de pachter verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van het werk. Deze werkwijze is niet in overeenstemming met het beleid van de BLHB.
Bedrijfsmatigheidstoets
Rummenie wil een agrarische bedrijfsmatigheidstoets voor pachtovereenkomsten invoeren, zoals in ‘Transitie in de pacht’. Er ontbreken echter duidelijke criteria, bijvoorbeeld over ondergrenzen en multifunctionele landbouw. Rummenie heeft geen kaders voor de invulling voorgesteld, zoals ‘wat is de ondergrens’, ‘telt multifunctionele landbouw wel of niet mee’. De uitwerking blijft hangen en is nog niet concreet.
Duurzaamheid
Rummenie vindt dat pachters en verpachters vrijwillig bindende afspraken over verduurzaming moeten maken en wil dit niet wettelijk verplichten. Ook bestaande reguliere pachtovereenkomsten moeten deze mogelijkheid krijgen. In ‘Transitie in de pacht’ beperken veldpartijen duurzaamheid tot de bodem.
Rummenie streeft ernaar om verpachters en pachters duidelijkheid te geven over de definitie van duurzaamheidsafspraken binnen pachtovereenkomsten. Hierbij wordt duurzaamheid gekoppeld aan duurzaam bodembeheer, landschap, natuur en waterkwaliteit. Er wordt gewerkt aan het vastleggen van voorwaarden die als duurzaam worden beschouwd in een zogenoemde ‘positieflijst’. De BLHB volgt deze ontwikkeling en pleit ervoor dat de voorwaarden zich beperken tot duurzaam bodembeheer.
Pachtprijzenbesluit 2007
Rummenie wil het pachtprijzenbesluit aanpassen met een progressief prijsstelsel voor kortlopende pacht en agrarische indexatie. Ook stelt hij voor om pachtnormen meerjaarlijks vast te leggen om schommelingen te verminderen. Daarnaast wil hij de normen voor woningen en gebouwen afstemmen op de nieuwe huurwetgeving, maar de BLHB verzet zich tegen die koppeling.
De staatssecretaris wil het systeem voor prijsbeoordeling van pachtprijzen aanpassen vanwege technische knelpunten. Wageningen Social en Economic Research wordt hiervoor niet ingeschakeld, omdat hun eerdere rapport tekortkomingen en belangenverstrengeling liet zien. Het onderzoek moet opnieuw gedaan worden; ook Rummenie steunt dit.
Goede afloop?
Een goede bijstelling van de pachtregel vraagt nog veel werk. Beleidsbeoordeling op agrarische structuur ontbreekt, net als aandacht voor economische duurzaamheid. Voor BLHB nog voldoende werk om te grote ongelukken te voorkomen.