Doelsturing
De minister van Landbouw heeft een brief aan de Kamer gestuurd waarin ze zegt dat de vakkennis en verantwoordelijkheid van boeren en tuinders centraal zal komen te staan. De overheid wil weg van het sturen via middelen. Niet langer wil de overheid voorschrijven hoe de beleidsdoelen moeten worden gehaald. De overheid wil boeren zelf verantwoordelijkheid geven hoe ze de doelen halen en welke middelen ze daarvoor inzetten.
Recentelijk heeft het ministerie onder een groep boeren een enquête uitgezet waarin het commentaar vroeg op een stuk dat “Basisdocument bedrijfsgerichte doelsturing” wordt genoemd. In dit stuk wordt geprobeerd doelsturing aan de boer te brengen. Doelsturing klinkt zeker aantrekkelijk. De overheid schrijft niet meer voor hoe je van A naar B moet komen maar slechts nog dat je van A naar B moet. Hoe je dat doet bepaal je maar zelf. Het suggereert meer vrijheid voor de boer. Maar is die er ook?
De minister ziet in bedrijfsgerichte doelsturing een middel om te werken aan de afgesproken doelen op bijvoorbeeld stikstof, klimaat en waterkwaliteit. Of we blij moeten worden van doelsturing of niet hangt niet in de laatste plaats af van de doelen. De minister spreekt over realistische, haalbare doelen. Maar realistisch en haalbaar gaat het niet bepaald worden op het boerenerf. En op voorhand is duidelijk dat de lat onderweg omhooggaat.
Doelsturing veronderstelt ook een doelgerichte overheid die helder heeft waar ze op koerst en vooral hoe abstracte ideeën omgezet worden in concrete, meetbare doelen. Als het op uitvoering aankomt heeft de overheid geen goede reputatie. LVVN is daarop geen uitzondering.
Vakmanschap, vrijheid en verantwoordelijkheid betekent ook verantwoording. Verantwoording betekent administratie en toetsing. Die toetsing wil de minister privatiseren via een systeem van certificering. De boer mag opnieuw zijn eigen toezichthouder betalen. Het afleggen van de verantwoording kan ook aan het licht brengen dat het doel/doelen niet zijn gehaald. Dit kan het gevolg zijn van onvoldoende inzet van effectieve middelen. Het is ook mogelijk dat de boer als gevolg van gebeurtenissen die buiten hemzelf liggen, denk aan het weer, de doelen niet gehaald heeft.
Bij doelsturing hoort de afrekenbaarheid. Niet halen van de doelen kan bestraffing en betalen betekenen.
Doelsturing lijkt aantrekkelijk. De overheid zet de doelen uit en laat de boer het werk doen. De boer heeft de vrijheid om op zijn eigen manier met inzet van de middelen die hij nodig acht naar het doel toe te werken. Maar doelsturing vergt ook veel. Duidelijke doelen. Een goed systeem van monitoring dat ervoor zorgt dat het werken aan het ene doel niet koste gaat van de bereikbaarheid van een ander doel. Verantwoording en handhaving. Consensus over meten en verantwoorden. Allemaal geen eenvoudige zaken.
Bedrijfsgerichte doelsturing is een zaak waar niet lichtvaardig mee gestart moet worden. Voor bedrijfsgerichte doelsturing geldt het “bezint voor ge begint” heel duidelijk voor zowel de overheid als de sectoren. De voorgespiegelde vrijheid kan wel eens uit nieuwe ketenen blijken te bestaan.
