Een verrassend initiatief
Het is mei 2014 als professor Willem Bruil de evaluatie presenteert van de wijziging van het pachtstelsel, die hij in opdracht van het ministerie van Economische zaken en Landbouw heeft uitgevoerd. Zijn aanbeveling was dat de grondkamers moeten worden afgeschaft en dat het pachtstelsel vergaand moet worden geliberaliseerd. Dit was geen antwoord op de vraag of de wijzigingen van het pachtstelsel van 2007 het gestelde doel – een toename van het pachtareaal hadden bereikt. Dit leek de opdrachtgever van de evaluatie niet te deren. Behalve bij de verpachters was er geen bijval voor het werk van Bruil. Het ministerie nam snel afstand van het rapport dat ze hadden laten maken.
Ook politiek Den Haag voelde niet de noodzaak om de pacht aan te pakken. Pachters en verpachters zouden het beter zelf oplossen, was een mening die vooral door Jaco Geurts van het CDA werd uitgedragen. “Als de politiek zich ermee gaat bemoeien weet je nooit wat eruit komt”, was zijn vaak herhaalde stelling.
Pachters en verpachters gingen vervolgens jaren vruchteloos met elkaar in overleg. Bewindslieden kwamen en gingen ondertussen. Vaak werd het voornemen geuit met een nieuwe pachtwet te komen. Resultaat bleef uit. Wel wist minister Schouten in haar ‘hoofdlijnenbrief pacht’ contouren voor een nieuw stelsel te schetsen. Het in stand laten van de reguliere pacht was daarvan onderdeel. Die contouren maakten het mogelijk dat verpachters en pachters tot een gezamenlijke notitie kwamen met de titel “Transitie in de pacht”. Die notitie hebben partijen aangeboden aan minister Adema. De minister was zeer ingenomen met deze gezamenlijke notitie. Een positief einde leek in zicht. Maar terwijl ministers komen en gaan, blijven ambtenaren bestaan en zij hebben soms een geheel eigen interpretatie van wat ministers willen.
Toch is er ook een positieve ontwikkeling. GroenLinks/PvdA en de VVD hebben het initiatief genomen om zelf met voorstellen voor nieuwe pachtwetgeving te komen. Dit initiatief is, na een decennium politieke afzijdigheid, zonder meer prijzenswaardig. Wetten moeten niet gemaakt worden door veldpartijen, maar door de politiek. Daar hoort het primaat te liggen.
Dit initiatief, een samenwerking over de coalitiegrens heen, heeft tot doel lange pachtrelaties tot norm te maken en korte pacht de uitzondering. VVD en Groen Links/PvdA willen met hun plan “Van pacht naar pracht” onder andere duurzaam bodembeheer bevorderen, natuurdiensten voorzien van een goed verdienmodel voor boeren, prijsregulering regelen en evenwicht tussen natuur en landbouw nastreven.
Natuurlijk is slechts een beperkt deel van de Nederlandse landbouwgrond verpacht en hebben duurzaamheidsmaatregelen pas echt effect als ze voor alle landbouwgronden gelden en niet alleen een kostenverhogend element voor pachters vormen, want duurzaam is niet gratis.
Daarnaast moeten de concurrentieverhoudingen binnen de gemeenschappelijke EU-markt niet uit het oog verloren worden.
Het wel of niet maken van duurzaamheidsafspraken tussen pachters en verpachters is iets wat ook praktisch werkbaar moet zijn en blijven. Nu al bestaan er heel wat duurzaamheidsprogramma’s geïnitieerd vanuit marktpartijen. Het gevaar van wildgroei en een bont palet van duurzaamheidsprogramma’s is niet denkbeeldig. Bij pacht gaat het vaak om de details en die luisteren heel nauw.
