Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Het einde van het eindeloze overleg

Er wordt vooruitgang geboekt, zei Piet Adema tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer op 23 mei jl. Hij zei dit in antwoord op een vraag van het Groen Links Kamerlid Bromet. Die had hem gevraagd wat hij er nu eigenlijk zelf van vond, van al dat landbouwakkoordoverleg. Het was geen antwoord op de vraag, maar welke politicus geeft nou echt antwoord op een gestelde vraag. Wat die voortgang dan precies inhield bleef geheim. Daar kan ik, in het belang van het onderhandelingsproces, niets over zeggen, zei Piet. Dat hij niets kon zeggen zei hij zo breedvoerig dat de voorzitter hem onderbrak met de woorden: “Ik denk dat het zo wel duidelijk is”. 

Voldragen en draagvlak waren woorden die Piet vaak in de mond nam. Daar moest het landbouwakkoord aan voldoen. De eerder gestelde termijnen waren onbelangrijk. Piet bleef optimistisch. Het zou gaan lukken, uiteindelijk.

Wie ook lang en vaag kan praten is Sjaak van der Tak van LTO. Toch was Sjaak zo duidelijk als het maar kan zijn toen hij zei dat als er op 21 juni nog geen akkoord zou zijn, hij dan zou moeten constateren dat het niet gelukt is. Sjaak weet natuurlijk ook dat als LTO alleen gaat voor een akkoord dat veel zuur en weinig zoet bevat in de ogen van de achterban, het wel eens heel onaangenaam kan worden.

Sjaak was dus helemaal niet optimistisch. Na de eindeloze maar vruchteloze gesprekken, het vertrek van de verschillende landbouwbelangenbehartigers, kon hij vooralsnog geen licht aan het eind van de tunnel waarnemen.

De grote onderwerpen – mest, vee-normen, PAS-melders, natuur/landschapsbeheer – waren blijven steken. Dit ondanks dat de premier zelf midden in de nacht was aangeschoven bij het overleg om de lucht te klaren en het vertrouwen te verbeteren. Het had iets weg van een ‘therapeutische sessie’, zei de voorzitter van het NAJK na afloop. 

Of er nu een landbouwakkoord gaat komen of niet, er komt een einde aan het eindeloze overleg. Maatregelen zullen er met of zonder overeenstemming in de polder wel komen. Die maatregelen zullen niet beperkt blijven tot stikstof. De Kaderrichtlijn Water (KRW) werpt zijn schaduw vooruit. Het is nu al duidelijk dat Nederland niet aan de norm voldoet en in 2027, als die norm gehaald moet zijn, ook niet. Ondertussen zijn de eerste schermutselingen over de EU-natuurherstelwet begonnen die in potentie de stikstofproblematiek kinderspel kunnen doen lijken.

Hoe de maatregelen er ook uit gaan zien, ze gaan geld kosten, veel geld, want duurzaam is duur. De vraag is wie dat gaat betalen. Niemand aan de hoofdtafel van het landbouwoverleg heeft daar veel zin in. Eerder heeft de minister van Landbouw gemeld te gaan voor vrije prijzen voor pacht, binnen het redelijke, dat wel. Wat dat laatste gaat betekenen is onbekend. Duurzame landbouw en vrije prijzen in een open markt, gaan in ieder geval niet leiden tot een perspectief voor de landbouw. De EU-handelsverdragen waarbij landbouw ondergeschikt is aan andere belangen, ook niet. De kosten van de duurzame landbouw eenzijdig parkeren bij de landbouw is niet redelijk, maar er is ondertussen wel een traditie ontstaan op dat gebied.