Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

In de boot na(ar) je pensioen?

Boeren en pensioenfondsen, ze worden zelden in één adem genoemd. Als boeren gevraagd wordt (vaak door burgers) hoe het met hun pensioen zit, dan antwoordt de boer: ‘Mijn pensioen zit in mijn bedrijf’. Vaak is dat ook zo, maar over het algemeen geldt dat alleen als ook ‘eigen’ grond onder het bedrijf zit. Op grond schrijf je namelijk niet af, dus (deels) afgeloste hypotheken in combinatie met mogelijke waardevermeerdering gedurende de carrière van de boer, kan als ‘pensioenpotje’ worden beschouwd.

Als het goed is, is de waarde van het bedrijf, en daarmee het potentiële pensioen, gegroeid gedurende de carrière van de boer. Met een gezonde mix van grondaankopen, waardevermeerdering en aflossingen van hypotheken hoeven we ons vaak geen zorgen te maken over de pensioenvoorziening van stoppende boerenbedrijven. Wanneer met het einde van de carrière in zicht een opvolger klaar staat, is dit een ander verhaal. Want vaak is het dan wikken en wegen tussen het economisch voort kunnen zetten van het bedrijf en het pensioen van de zittende boer. 

Bij de sterke groei van de omvang van de bedrijven in de agrarische sector in de laatste jaren, komt ook steeds vaker een andere situatie in beeld. Door de sterk gestegen grondprijzen is het aankopen van grond aanzienlijk moeilijker geworden. Steeds vaker wordt dit nieuw aan het bedrijf toe te voegen areaal meteen doorverkocht en in erfpacht in gebruik genomen. Mét een hypotheek om de opstand te kunnen betalen. Deze opstand of ook wel insteek genoemd, is een prijs die de boer betaalt voor het recht dat hij of zij verkrijgt voor de duur van het erfpachtcontract. De hoogte van dit erfpacht recht schommelt behoorlijk, afhankelijk van de grondhonger in een bepaalde regio. Ook komt voor dat de eigen grond verkocht wordt en teruggenomen in erfpacht om deze soms forse opstand te kunnen betalen. En dan is er een nieuwe pachtboer geboren. En zo komt het dus ook steeds vaker voor, dat de boer de pensioenvraag niet meer op dezelfde wijze kan beantwoorden. Zouden de dan gewenste pensioen-afdrachten ook in de business case van het stevig gegroeide bedrijf worden meegenomen? Met regelmaat zijn de business cases bij uitbreidingen zó dun, dat daar geen ruimte voor wordt gevonden. Deze nieuwe categorie pachtboeren zal moeten beseffen, dat er in de praktijk weinig vermogen wordt opgebouwd in volledige pachtbedrijven.

Ondertussen is na jarenlang onderzoeken en debatteren een nieuw Nederlands pensioenstelsel voor werknemers gebouwd. Dit bevindt zich nu in de fase hoe het ‘invaren’ van de verschillende sectoren in dit nieuwe pensioenstelsel zou moeten verlopen.

Misschien moeten de nieuwe pachtboeren ook maar een bootje zoeken. Toch wat anders dan die ‘cruise’ waar de boer aanvankelijk aan dacht.