Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

In geouwehoer kun je niet wonen

Ik zat op TV te kijken naar een drama in Ede. Je zou kunnen zeggen dat het geen groot leed was, want echt groot leed is gelukkig zeldzaam in Nederland. Het was wel groot leed voor de mensen die het betrof. Het ging over mensen die uit hun huis gezet zouden gaan worden na bedreigd te zijn met dwangsommen. Het bijzondere was dat het huis hun eigendom is. Ook de grond waar het huis op staat is van hen. In dat huis hebben deze mensen de afgelopen twintig jaar gewoond. Waarom moeten deze mensen uit hun eigen huis is dan een voor de hand liggende vraag. Het huis is een woning op een recreatiepark en wonen op een recreatiepark is in Ede niet toegestaan, net zoals in vele andere gemeenten. Dat het hele park eigendom is van mensen die daar ook vaak wonen in hun eigen huis, is kennelijk niet relevant. Dat de gemeente Ede twintig jaar lang het verboden gedrag heeft toegestaan kennelijk ook niet. Wat wel mag in Ede is het hele jaar door verblijven als recreant, zolang je dat maar niet in je eigen huis doet. 

De wethouder van Ede geeft aan dat de gemeente recreatie belangrijk vindt en bezig is met een heroriëntatie op dit terrein. De indruk die in dit hele verhaal bleef hangen was dat communiceren met deze wethouder in deze gemeente nog niet meeviel. Wat onduidelijk bleef is waarom de gemeente twintig jaar niet aan handhaving was toegekomen, waarom de gemeente dacht dat ze nu een sterke zaak hadden, en hoe ze dachten mensen uit hun eigen huis, op hun eigen grond, in hun eigen park, te krijgen. Terwijl ik naar de wethouder op mijn beeldscherm keek, die omstandig aan het vertellen was dat ze goed bezig was, moest ik aan de oud-wethouder van Amsterdam denken die zei ”in geouwehoer kun je niet wonen”. In een recreatiewoning lukt dat wel, maar het mag niet van de wethouder van Ede. 

Wat de uitzending vooral ook liet zien is dat het decentraliseren van van alles en nog wat naar gemeenten vanuit het idee dat de gemeente dicht bij de burger staat en dat dit dus tot mooie dingen gaat leiden niet altijd juist is. En dat gemeenten ook ver van de burger af kunnen komen te staan met behulp van zaken als een ‘front office’ (de plek waar de burger afgevangen wordt) en een ‘backoffice’ (waar beleidsambtenaren en bestuurders zich veilig kunnen wanen). 

In Nederland worden niet veel woningen gebouwd. In Nederland worden wel veel recreatiewoningen gebouwd. Die woningen worden wekelijks in nationale kranten geadverteerd als geweldige beleggingen. Ze staan in heel Nederland en je vraagt je af hoe het kan dat in een klein vol land er toch nog ruimte genoeg is voor al die recreatiewoningen en voor woningnood. Iedere gemeente doet maar wat, zo lijkt het. Ooit deed men in Nederland aan ruimtelijke ordening. Er werd centraal regie op de ruimte gevoerd. We hadden daar zelfs een minister voor en dat werkte best goed. Er kan maar een conclusie mogelijk zijn: het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting moet terugkomen!