Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Wie rommel maakt moet het ook opruimen

De rechtbank van Overijssel is een rechtbank die de laatste tijd vaak wordt genoemd. Dat is het gevolg van het gegrond verklaren van het bezwaar tegen de vergunningen voor het toepassen van stalsystemen, tegen het beweiden en tegen de vergunningloosheid van de PAS-melders. De zaken zijn aangespannen door de organisaties MOB en Vereniging leefmilieu en hebben een uitstraling die veel verder zal gaan dan alleen deze zaken.

Het gaat in alle gevallen om stikstof, die in alle gevallen verwaarloosbaar is en de Natura 2000 gebieden. Dat het instemmen met het kwalificeren als stikstofarme habitattypen bij het aanwijzen van de natuurgebiedjes, een onvergeeflijke domheid is geweest, kan achteraf hooguit tot de conclusie leiden dat dit in de toekomst niet op dezelfde manier moet worden aangepakt.

Dat de vergunningen succesvol aangevochten kunnen worden is wel verwijtbaar en zonder uitzondering de schuld van de centrale overheid. MOB en VL kan niet verweten worden dat zij de zwakte en inconsistentie van het beleid aantonen. 

De PAS werd door de Raad van State in 2019 buiten werking gesteld. Dat bracht alle bedrijven die onder PAS melding hadden gedaan onmiddellijk in een kwetsbare positie. Die kwetsbaarheid had in de afgelopen jaren afgedekt kunnen en moeten worden. Door dat niet te doen heeft de vorige minister van Landbouw bewust voor haar opvolgers een probleem achtergelaten dat zij zelf had kunnen en moeten aanpakken. Ook de Kamer heeft hier steken laten vallen. Wel is met regelmaat de minister aangespoord actie te ondernemen en de PAS-melders te legaliseren, maar tot enig initiatief is het niet gekomen. 

Dat de provincies hebben verklaard niet te zullen handhaven, dat klinkt dapper, maar is natuurlijk geen oplossing voor het feit dat de bedrijven waarom het gaat in een onhoudbare positie zijn gebracht en hier niet uit gaan komen door niet te handhaven. 

Dat de rechtbank niet wil uitgaan van de modelmatige benadering voor het verlenen van vergunningen moet voor de overheid toch een teken aan de wand zijn. Al vaker zijn vragen geplaatst bij de modelmatige wereld waar de overheid zich aan vastklampt als een drenkeling aan een stuk wrakhout. Modellen zijn in het beste geval nooit meer dan een benadering van de werkelijkheid maar nooit de werkelijkheid. Meten is weten, maar meten is duur. Dat mag geen reden zijn om de steven niet te wenden. Het zou de overheid wel wijzer moeten maken, zodat ze het voornemen om het heilloze pad van de Kritische Depositie Waarde (KDW) in te slaan nog maar eens heel goed kan overdenken. Deze KDW’s kunnen wel eens de volgende molensteen zijn die men om de eigen nek en die van de veehouderij bindt.

Het is de morele plicht van de wetgever deze problematiek te repareren met een degelijk stuk wetgeving. Het is de rechter die toetst, maar het zijn parlement en regering die de wetten maken.

Deze rommel is in Den Haag gemaakt en moet daar ook worden opgelost. De PAS-melders hebben gedaan wat ze moesten doen en hebben, geheel binnen het kader van de toenmalige regelgeving,  gehandeld. Zij waren te goeder trouw en leiden nu schade door het gebrek aan doortastendheid in Den-Haag. Kortom: Den Haag doe je werk en los het op.