Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Financieringsmogelijkheden pachtbedrijven vergroten

In 2021 heeft het bestuur van de BLHB aandacht besteed aan de gevolgen van Basel lV. Het bestuur heeft zorg over de toekomstige financiering van het agrarische bedrijf in het algemeen en van pachtafhankelijke bedrijven in het bijzonder. 

Bankleningen worden lastiger

In 2023 verplichten nieuwe regels in de Basel lV-richtlijn banken om op basis van rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit te financieren. Deze aanscherping – striktere voorwaarden – zal ertoe leiden dat het lenen lastiger wordt. Bepalend voor een lening worden de liquiditeit en de winstgevendheid van het bedrijf. De winstgevendheid (rentabiliteit) en de liquiditeit in de agrarische sector zijn wat zwakkere punten. Volgens de banken voldoet in 2023 70% van de gehanteerde modellen niet meer. Vooral sterk pachtafhankelijke bedrijven zullen de gevolgen daarvan ondervinden.

Ondanks dat volgens Basel lV de liquiditeit en de winstgevendheid bepalend worden, blijft ook het bieden van zekerheid, het onderpand, van groot belang. Over het algemeen kunnen de agrarische bedrijven voldoende zekerheid voor een lening bieden, behalve pachtafhankelijke bedrijven. Het is van belang dat de positie van de pachtafhankelijke bedrijven wordt versterkt en dit vraagt acties en inzet. 

De banken

Het bestuur heeft met twee banken – Rabobank en ABN AMRO – gesprekken gevoerd en dit heeft tot twee artikelen (december 2021 en januari 2022) in De Landpachter geleid. Over het algemeen kan worden gesteld dat ondanks Basel lV de banken op de drie pijlers rentabiliteit, zekerheid en solvabiliteit blijven financieren. De ene bank legt het accent meer op de rentabiliteit maar wenst wel een goede solvabiliteit en de ander legt het accent meer op de zekerheid. 

De ABN AMRO stelt zelfs dat Basel lV voor pachtafhankelijke bedrijven nauwelijks gevolgen heeft. ABN AMRO voorziet wel dat een pachtbedrijf meer eigen vermogen, solvabiliteit, voor leningen moet aanhouden, waardoor de kosten hoger zijn en daardoor ook het berekende rentetarief. 

De Rabobank constateert dat door de krappere marges, stijgende grondprijzen, productierechten en inflatie de financiering een steeds grotere opgave wordt. Deze bank maakt zich ook zorgen over het bieden van voldoende zekerheid voor de groep pachtafhankelijke bedrijven. Het is vanuit wetgeving niet meer mogelijk om pachtersinvesteringen als zekerheid voor een financiering mee te nemen. Het wordt dus voor de bank moeilijker om pachtbedrijven te financieren. 

Het bestuur van de BLHB heeft geconstateerd dat beide banken de pachtafhankelijke bedrijven positief benaderen. Maar ook dat beide banken signalen afgeven dat de positie van de pachtafhankelijke bedrijven versterkt moet worden. 

Pachtersinvesteringen en zekerheid

Het melioratierecht is het recht van de pachter op vergoeding voor verbeteringen (investeringen) die hij heeft gerealiseerd, na het einde van de pachtovereenkomst. De wijze waarop het melioratierecht in de pachtregel inhoud heeft gekregen, geeft nu al bedenkingen. De pachter kan alleen voor een vergoeding op het einde van de pachtovereenkomst in aanmerking te komen, indien een schriftelijke overeenkomst tussen verpachter en pachter is gemaakt. Wil de pachter na het aflopen van de pachtovereenkomst een vergoeding, dan wordt toch nog beoordeeld of de investering wel een verbetering is, ondanks de schriftelijke overeenkomst. De pachter kan dus met lege handen komen te staan.

Ook het kader waarop de vergoeding moet worden gebaseerd is niet goed geregeld. Een bedrijfseconomische benadering zou de basis moeten zijn, maar de praktijk leert dat de taxateurs op een afschrijvingstermijn van 20 jaar gaan zitten en van een restwaarde uitgaan. Dit melioratierecht biedt voor de pachter maar ook voor de bank te weinig basis en zekerheid. In het nieuwe pachtstelsel moet vergoeding van investeringen door de pachter beter geregeld worden. 

Verkenning en verbetering

Het spreekt voor zich dat de herziening van het pachtstelsel zich niet beperkt tot beleids- en juridische discussies maar ook bedrijfseconomische bouwstenen heeft. De financiering van de pachthoeves en pachtafhankelijke bedrijven is tot op heden onvoldoende meegenomen. 

Herziening van het melioratierecht is noodzakelijk, maar dan is het de vraag of dit voldoende is omdat één bank voor de toekomst haar vraagtekens plaatst bij de beperkte financieringsmogelijkheden van de pachtersinvesteringen. 

Deze bank stelt dat ook verpachters een grotere rol in de financiering van pachters moeten spelen. De verpachter heeft immers baat bij de continuïteit van de pacht van de grond en de gebouwen. Een oplossing is dat verpachters bij investeringen in opstallen voortaan een recht van opstal geven. Aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kan worden verzocht om deze mogelijkheid wettelijk te regelen. Ook wenst het bestuur een overleg met de Nederlandse vereniging van Rentmeesters (NVR) en Federatie van Particulier Grondbezit (FPG) over de financiering van pachtbedrijven. 

Het bestuur van de BLHB wil naast de (wettelijke) verbetering van de financieringsmogelijkheden ook onderzoeken of andere financiers voor deze groep bedrijven kunnen worden ingeschakeld. Nieuwe financieringsvormen en producten moeten dan worden ontwikkeld.

Het vervolg

Het spreekt voor zich dat het ministerie van LNV zich ervan bewust moet worden dat een nieuwe pachtregel alleen kans van slagen heeft, als de pachter voldoende bedrijfseconomisch perspectief heeft. De financieringsmogelijkheden van de pachthoeves en pachtafhankelijke bedrijven is daarvan een essentieel onderdeel: als dit niet goed geregeld is, dan heeft een nieuwe pachtregel ook weinig nut.  Wageningen Economic Research kan aan de oplossing een belangrijke bijdrage leveren, aangezien zij over de bedrijfseconomische kennis van het agrarisch bedrijf beschikken.