Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Geliberaliseerde pacht draagt bij aan mestcrisis

De BLHB heeft in de afgelopen jaren de tekortkomingen van de geliberaliseerde pacht onder de aandacht gebracht, maar de verantwoordelijke bewindslieden toonden geen slagvaardigheid om deze pachtvorm te ontmoedigen. Met de overspannen mestmarkt worden de tekortkomingen van de geliberaliseerde pachtvorm zichtbaar.

Mestmarkt overspannen

Minister Adema heeft tijdens zijn ambtsperiode stappen gezet die tot een overspannen mestmarkt leidden. Volgens de minister moest de sector extra stappen zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze verplichting zou voortkomen uit de in 2022 verkregen derogatiebeschikking van de Europese Commissie. De veehouders mochten nog extra mest uitrijden onder de voorwaarde dat kwetsbare gebieden sneller aan de normen zouden voldoen. In 2025 worden de voorwaarden nog aangepast. 

De aanwijzing van de Nutriënten Verontreinigde gebieden (NV) en de afbouw van de derogatie leidt tot minder plaatsingsruimte van de mest. Op diverse bedrijven was dit in 2023 al problematisch en dit is nu fors versterkt zodat er sprake is van een crisis.

Bij de onderbouwing van dit beleid zet de BLHB de nodige vraagtekens. Verouderde gegevens, de verschillen in aanpak van de waterschappen, vraagtekens bij de metingen gaven al niet het goede gevoel. Maar steeds duidelijker wordt dat achter de schermen het spel wordt gespeeld om de veestapel met dit beleid te doen inkrimpen. Het is bewezen dat op de derogatiebedrijven de mineralenverliezen lager zijn dan op andere bedrijven. De ondoorzichtigheid van het beleid blijft steeds boven de markt hangen en al dan niet bewust wordt hierover geen opening van zaken gegeven.

De Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft dusdanig hoge ambities dat de te realiseren doelen in 2027 in het dichtbevolkte Nederland nooit zullen worden gehaald. Het is niet Brussel dat de Nederlandse doelen heeft gesteld, Nederland heeft zelf haar ambities voorgedragen. Het is ook lastig te beoordelen of de verantwoordelijke bewindslieden zelf goed de waarde en de gevolgen van het beleid kunnen inschatten. Of zich te veel laten leiden door ambtenaren en/of populisme. Er is een volhardende lobby om de melkveestapel in Nederland sterk te verminderen.

Het is een feit dat de (ambtelijke) beleidsbepalers konden inschatten dat door dit beleid een mestcrisis zou ontstaan. Al meer dan 20 jaar worden de gegevens over de dierlijke mest tot achter de komma verzameld en wordt daarop het beleid steeds gebaseerd. De berekeningen zijn immers dusdanig nauwkeurig dat de gevolgen al bekend waren. Er kan namelijk exact worden bepaald of er voldoende plaatsingsruimte voor dierlijke mest is.

Minister paniek

De minister heeft in ieder geval een weg ingeslagen en komt nu tot het besef dat door zijn toedoen een crisis is ontstaan. Hij stamelt nog steeds dat dit van Brussel moet terwijl de gemiddelde Nederlander weet dat Nederland zelf dit beleid bij Brussel heeft afgedwongen. Verder zullen andere landen in de EU met verbazing naar Nederland kijken en constateren dat dit hen nooit zou overkomen.

Adema wenst nu maatregelen zoals afroming van 30% bij handel in fosfaat– en dierrechten, een brede stoppersregeling, voermaatregelen en een graslandnorm van 0,35 ha gras per GVE om grondgebondenheid vast te leggen. Deze maatregelen moeten de druk op de mestmarkt verlagen. Maar het kwaad is al geschied en veel bedrijven zijn al omgevallen. Deze voorstellen dienen slechts voor de bühne. 

Geliberaliseerde pacht

De geliberaliseerde pachtvorm korter dan 6 jaar draagt bij aan de mestcrisis. Al bij de invoering van deze pachtvorm in 2007 was er de nodige kritiek. Deze pachtvorm biedt geen basis voor de ontwikkeling van de agrarische structuur en de agrarische bedrijven. De ondernemer zal nooit in deze gepachte grond willen investeren, omdat hij na een paar jaar de grond toch weer kwijtraakt en zijn bedrijf niet op deze pachtvorm kan afstemmen. De bank financiert het bedrijf niet meer bij een te hoog percentage kortlopende pacht en dan staat de continuïteit van het bedrijf onder druk. 

Minister Adema en zijn voorgangers hebben het ontmoedigen van deze pachtvorm nagelaten. Nu de minister deze mestcrisis heeft veroorzaakt, worden de problemen van deze pachtvorm nog eens uitvergroot. Voor het plaatsen van de mest worden astronomische pachtprijzen betaald, omdat de paniek groot is en de mest anders niet meer kan worden afgezet.

Bedrijven worden op de grondmarkt tegen elkaar uitgespeeld en het lijkt erop dat door het niet willen inperken van de geliberaliseerde pachtvorm het kabinet bewust heeft gekozen voor deze vechtmarkt en daarmee de crisis niet heeft willen indammen.

Het bestuur van de BLHB zal (wederom) bij minister Adema en de Vaste Kamercommissie van LNV de problematiek en de tekortkomingen van de geliberaliseerde pachtvorm onder de aandacht brengen. Het bestuur acht de kans steeds groter dat de politiek nu wel de geliberaliseerde pachtvorm wil inperken.