GLB en ook pacht
Het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) brengt grote wijzigingen mee. Zo hebben de Kaderrichtlijn water, het 7e actieprogramma en het GLB gevolgen voor de pacht. De invoering kan namelijk niet zonder aanpassing van de pachtregel, omdat anders vervelende situaties tussen verpachters en pachters gaan ontstaan. De BLHB heeft begin 2022 deze problematiek bij het ministerie van LNV onder de aandacht gebracht, maar dit bleef onbeantwoord. Nu zal het bestuur zich tot de minister van LNV en de Kamercommissie van LNV moeten richten.
Informeel akkoord
Nederland heeft informeel een akkoord gekregen in Brussel op het ingediende Nationaal Strategisch Plan (NSP) dat ieder EU-land moet indienen in het kader van het GLB; dat zou oorspronkelijk van 2020 tot en met 2027 gaan gelden. Als gevolg van de weinig slagvaardige besluitvorming in Brussel gaat het nieuwe GLB nu gelden van 2023 tot en met 2027. Omdat de spelregels van het nieuwe GLB nog niet af en duidelijk zijn is ervoor gepleit om 2023 een overgangsjaar te laten zijn. Dat gaat niet gebeuren.
De kaderrichtlijn water en het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn zijn voor het gemak maar gelijk meegenomen in het nieuwe GLB. Dus zelfs als je niet wilt meedoen met het GLB, dan moet je nog steeds voldoen aan zaken zoals het in acht nemen van bufferstroken langs watergangen van 1, 3 of 5 meter.
Voorwaarden
Wie mee wil doen met het GLB moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Dit zijn de zogenaamde conditionaliteiten. Wie hieraan voldoet kan aanspraak maken op een basisvergoeding van ca. € 220/ha met daarboven een bedrag van ca. € 54 voor de eerste 40 ha. Dit zijn voorlopige bedragen. Alles is nog steeds in beweging en op de website van RVO is regelmatig te lezen dat aan niets wat daar te lezen valt rechten ontleend kunnen worden. Wel duidelijk is dat deze bedragen gaan dalen, omdat Nederland heeft gekozen voor een overheveling van de zogenaamde pijler 1 (directe betalingen) naar pijler 2 met 30% in 2027.
De vraag voor iedere boer is of het past om mee te doen. Er zijn ook kosten aan de conditionaliteiten verbonden. Wie een intensief bouwplan heeft met hoogrenderende gewassen kan tot de conclusie komen dat meedoen niet aantrekkelijk is. Daarbij moet je eraan denken dat de eis om 4% van het bouwland uit productie te nemen en de gewasrotatie-eis voor 2023 niet geldt voor het verkrijgen van de basispremie. Over wat dan bouwland is, kon men bij het schrijven van dit stuk nog geen uitspraak doen. Verwacht werd dat de definitie van de oude regeling in stand zou blijven. De 4% niet-productieve gronden moeten rouleren vanaf 2024 omdat GLMC 7 (goede landbouw en milieu condities) vruchtwisseling voorschrijft.
Conflict pachtregel?
Het invullen van de 4% met landschapselementen, bomen, bosjes en dat soort zaken vraagt om overleg met en toestemming van de verpachter. Het planten van zaken als voedselbossen, landschapselementen en bomenrijen (anders dan boomkweek) vallen niet onder het begrip landbouw van de pachtwetgeving. Toestemming van de verpachter negeren kan zorgen voor conflict.
Ook het uit productie nemen van stroken langs watergangen roept vragen op. Vallen deze stroken nog onder het begrip landbouw van artikel 7:312 van de pachtwetgeving omdat hier niet langer sprake zal zijn van een bedrijfsmatige bodemcultuur? LNV zegt er niets over. De praktijk zal dit wellicht gaan regelen.
Graan geen gras
De 4% niet productieve grond geldt niet voor bedrijven met 75% gras, kruiden, of vlinderbloemigen en biologische bedrijven. Voor de duidelijkheid: graan is wel, net als alle grassen, een eenzaadlobbige, maar wordt in deze regeling niet gezien als gras.
Jonge boeren
De oude top-up regeling voor jonge boeren wordt uitgefaseerd. De regeling blijft dus gelden maar nieuwe aanvragers krijgen geen toegang meer. In plaats daarvan komt er een vestigingssteunregeling waarbij jonge boeren eenmalig € 25.000 kunnen krijgen. Ze moeten dan wel zeggenschap in het bedrijf (blijkt bijvoorbeeld uit een maatschapscontract) hebben en een duurzaamheidsplan hebben gemaakt. Waaraan dat laatste moet voldoen is momenteel niet bekend.
Ecoregelingen
Wie de hobbel van de conditionaliteit heeft kunnen nemen kan door naar de ecoregelingen in een poging voor goud te gaan. De bedoeling is dat je de drempelwaarde voor brons (€ 60 /ha), zilver (€ 100/ha) of goud (€ 200/ha) gaat halen door goede dingen te doen op het gebied van biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. Wie wel goede dingen doet maar de drempelwaarde niet haalt, krijgt geen medaille. Voor 2023 worden de eisen voor het voldoen aan biodiversiteit en landschap eenmalig aangepast.
Bufferstroken en bodembedekking
Ten opzichte van de vorige bekendmaking over het nieuwe GLB zijn er een aantal wijzigingen in de conditionaliteiten aangebracht. De bufferstroken naast watergangen zijn veranderd van 5 en 2 meter naar 5 voor kwetsbare sloten en 3 voor andere sloten. Helemaal nieuw is de bufferstrook van 1 meter naast droge sloten. Voor smalle percelen geldt dat een smallere strook kan worden aangehouden. Hoe smal? Dit zal later bekend worden.
De eis van minimale bodembedekking is ook nieuw. Voor zware klei moet 6 weken 80% van het bouwland bedekt zijn tussen 1 augustus en 1 november. Wat zware klei is en wat niet, is momenteel nog niet bekend.
Ook op het gebied van de verplichte gewasrotatie een wijziging. Boeren in met name het Groningse Oldambt – waar veel graan en andere wintergewassen worden verbouwd = worden expliciet genoemd. Hier moet een derde van het bouwland roteren en ieder 4e jaar per perceel een ander gewas. Hoe dat in de praktijk zal gaan is afwachten. Of deze regeling ook gaat gelden voor andere gebieden die op het Oldambt lijken, is niet bekend.
Biologische boeren hoeven niet voor goud te gaan. Ze krijgen dat omdat ze bio zijn. Bedrijven met 75% gras hoeven niet aan de gewasrotatie-eis te voldoen ( wat ook wel logisch is).
Alles overziend is wel duidelijk dat de neiging om naar een eenvoudig systeem te streven succesvol is onderdrukt.
