Indienen WOO-verzoek

Het BLHB-bestuur doet een beroep op de Wet open overheid (WOO) om de representativiteit van de bedrijven voor bepalen van de regionorm te kunnen beoordelen.

Twijfels groeien

De pachtnormen worden gebaseerd op de bedrijven in het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research (WER). De representativiteit van deze bedrijven voor diverse pachtregio’s worden al jaren in twijfel getrokken en dit is door de gepubliceerde pachtnormen van 2024 bevestigd. De BLHB heeft in het verleden over die representativiteit al diverse malen haar ongenoegen geuit. De uitleg over de geselecteerde bedrijven blijft abstract en het ministerie zegt dat door een geheimhoudingsplicht een controle op de juistheid van deze bedrijven niet mogelijk is.

De BLHB blijft streven naar transparantie. Het bestuur heeft op 24 juli 2024 weer een brief naar de minister van LVVN verzonden. Tot op het heden heeft de BLHB na diverse verzoeken geen reactie ontvangen.

Dat het ministerie op geen enkele wijze wil reageren, bevestigt het beeld dat er waarschijnlijk een probleem ligt bij de representativiteit. 

Neveninkomsten

In 2011 moest de selectie van de bedrijven voor de bepaling van de pachtprijs worden bijgesteld, omdat destijds allerlei niet-grondgebonden inkomsten werden meegenomen. Afgesproken werd dat neveninkomsten minder zwaar mee worden gerekend, maar in hoeverre dit gebeurt is volstrekt onduidelijk. 

Bij het ontwerpen van de huidige pachtprijzensystematiek was het uitgangspunt dat de bedrijven in het Bedrijven-informatienet, de zogenaamde LEI-bedrijven, maximaal 5 jaar in dit systeem zouden blijven, maar deze termijn is zonder uitleg verlengd. Dit zegt al iets over de representativiteit van deze bedrijven: die is mogelijk in de loop van de tijd niet meer actueel en waarschijnlijk zijn bedrijven met te veel neveninkomsten niet opgeschoond.

Systematiek

De systematiek waarmee de pachtnormen worden vastgesteld, is duidelijk en wordt door de BLHB onderschreven. Het uitgangspunt is dat de pachtnorm gerelateerd is aan het opbrengend vermogen van de grond en de bedrijfsuitkomsten leggen daarvoor een goede basis. 

WOO-verzoek

Helaas moet het bestuur de conclusie trekken dat het onvermijdelijk is om zwaardere middelen in te zetten en we gaan daarom een WOO-verzoek indienen. Overigens leert de ervaring dat het ministerie van LVVN – voorheen LNV slecht met dergelijke verzoeken omgaat.