Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Laat pachtprijzen niet aan de markt over

De Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft besloten een commissiedebat te organiseren over pacht, ook naar aanleiding van de pachtnormen 2020 en 2021. Pachtnormen zijn altijd goed voor een discussie over de hoogte van de pacht. De laatste jaren laten de pachtnormen een duidelijk dalende trend zien, omdat in veel pachtregio’s de verdiensten van pachtboeren dalen. Dat leidt tot gemor onder de verpachters. Het zou volgens de verpachters beter zijn als de pachtrelatie, en ook de prijs, aan pachters en verpachters wordt overgelaten. Laat de markt haar werk doen, klinkt het in verpachterskringen. Deze mening vindt in de Haagse ambtelijke burelen ook nu nog brede weerklank. 

Vrije huurprijzen

In 2016 introduceerde de toenmalige minister van wonen, Stef Blok, het flexibele huurcontract. Verhuurders mochten contracten van een á twee jaar aanbieden tegen vrije prijzen. Dat zou de doorstroming bevorderen en extra aanbod op de woningmarkt lostrekken. In de praktijk bleek een verschijnsel op te treden dat eerder al gezien was bij de verpachting van landbouwgronden. Niet het areaal nam toe, maar vooral substitutie van lange contracten naar korte contracten nam toe. In de woningmarkt werden niet zozeer meer huizen gebouwd, maar werd de deur vooral opengezet voor particuliere ‘investeerders’, zowel buiten- als binnenlandse, die bestaande woningen kwamen opkopen en zo gingen verdienen aan de ellende van de woningzoekenden. Liberalisering van de woningmarkt heeft niet geleid tot meer vrijheid van het individu, niet tot meer woningbouw, maar vooral tot winst voor speculanten, zoals de ongeleide markt altijd doet. Niet alleen nemen deze beleggingen toe, ze krijgen via de media aandacht. Het bericht is duidelijk: koop bestaande woningen, ga ze verhuren, en wordt rijk. De markt de markt laten heeft gezorgd voor chaos en onrechtvaardigheid. Regie voeren vanuit de overheid was beter geweest.

Gas en markt

In februari 2021 kon je stikstof-kunstmest kopen voor 185 euro per ton. Op dit moment kan dat voor ruim 600 euro per ton. Dat wil zeggen, als je niet te lang wacht, want de prijzen stijgen. Prijzen stijgen omdat het gas duur is. Kunstmest en gas hebben iets met elkaar te maken. De oorzaak van die hoge gasprijs bevindt zich voor een deel in het oosten. De spanningen aan de grens van Oekraïne en Rusland nemen toe en daarmee ook de spanning op de gasmarkt. ‘Blijft er gas komen uit Rusland?’, is de vraag. Deze vraag en de vrees erachter komt voor een deel omdat wij na de koude oorlog geopolitiek niet belangrijk en ouderwets hebben verklaard en we afhankelijk zijn geworden van de Russen. Daarnaast omdat we de gasmarkt hebben geliberaliseerd. Inmiddels is geopolitiek terug van weggeweest. We hebben herontdekt dat de Russen wel veel gas hebben, maar dat die op gepaste momenten kunnen kiezen om niet aan ons te leveren. We hebben ook ontdekt dat – als je het gas aan de markt overlaat – het aan de gashandelaren is of ze wel of niet voorraden aanleggen voor de winter. Toen het gas nog goedkoop was maar weinig werd aangeboden op de spotmarkt, achtte de markt het niet opportuun om zich lang vast te leggen, maar om af te wachten. Op dit moment ontdekken we dat de gasopslag nog niet halfvol zit als gevolg daarvan. Opnieuw bleek dat regie van de markt ons verder had kunnen brengen.

De verbouw van Europa 

In de landbouw staat het grote ingrijpen voor de deur. Vanaf 2023 zal een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid haar intrede doen. Kern van dit nieuwe beleid is dat de landbouw moet vergroenen. Onder het gelijktijdig verlagen van de landbouwtoeslagen en het verhogen van de extensiveringseisen, moet de EU-landbouw zich zien te handhaven op de internationale markten.

Verdere extensivering moet worden bewerkstelligd met het Europese Farm-to-Forkplan dat onderdeel uitmaakt van het EU Green Deal plan, dat gericht is op de klimaatopgave. 

Het voornemen van de EU-commissie is om de extensiveringseisen, 50% minder gewasbescherming en terugdringen van mestgebruik, vast te leggen in EU-wetgeving. Dat maakt het in beginsel onmogelijk om deze doelstelling te negeren. Eindelijk regie, zou je zeggen. Bij deze maatregelen hoort ook een passend marktbeleid. De Franse minister Denormandie heeft aan de Europese raad voor ministers de noodzaak voorgehouden van wat hij ‘spiegelclausules’ voor landbouwproducten noemt. Doel is om een gelijk speelveld te creëren op de EU-markt. Producten van buiten de EU moeten voldoen aan de EU-productievoorwaarden waaraan EU-producten moeten voldoen.

Traditioneel heeft Frankrijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland, een minder innige verhouding tot het liberalisme en de vrije markt. En natuurlijk lijken de Franse voorwaarden geheel logisch en in lijn met de EU-plannen. Toch valt te bezien of dit zich ook zo zal ontwikkelen. De EU is economisch gezien een wereldspeler, maar politiek zwak. EU-lidstaten hebben eigen belangen. De Franse liefde voor de landbouwsector is in Nederland zeker niet voordehandliggend. 

De conclusie is dat de EU-commissie zich bewust is van de noodzaak van het voeren van regie bij de verbouwing van Europa. Of dat bewustzijn effectief zal leiden tot het voeren van regie valt te bezien.  

De verbouwing van Nederland

Na 15 jaar liberaal beleid onder Rutte 1, 2 en 3, waarin ongeveer alles aan de markt, de gemeenten en provincie moest worden overgelaten, staan we nu op de drempel van de grote transitie. Niet omdat men tot de overtuiging gekomen is dat we op de verkeerde weg zijn, maar omdat de rijksoverheid gestopt is door de rechter. De rechtstaat, de scheiding der machten, bleek toch nog te werken. De Urgenda-zaak zorgde ervoor dat er nu echt iets moest worden gedaan met klimaatmaatregelen, en de PAS-zaak zorgde ervoor dat stikstof een probleem werd. De situatie op de woningmarkt zorgde ervoor dat stikstof een probleem werd dat niet langer kon worden genegeerd.

We moeten bouwen, we moeten de natuur redden, bio-landbouw bevorderen, ja, wat moeten we eigenlijk niet. Voor het eerst is er ook geld, heel erg veel geld. Dat laatste is een breuk met het verleden toen we beleid hadden zonder geld, en daar kwam dan ook niet zoveel van.

Naast veel geld is er ook een enorme gronddruk in Nederland. Die was er al en die wordt groter. Nu al hebben wij de duurste landbouwgrond en de hoogste pachten in heel Europa. Door al het voorgenomen ingrijpen in de grondmarkt, voor verplaatsing en beëindiging van boerderijen, voor natuur, huizen, energietransitie, etc. zal die druk alleen maar toenemen. In de huidige grondmarkt met een lage grondmobiliteit zal het overheidsbeleid zorgen voor meer transactie en invloed hebben op de prijs. Ingrijpen in de grondmarkt wordt onvermijdelijk en dat gaat veel discussie opleveren.

Als we geen herhaling willen van wat in de woningmarkt door afwezigheid van overheidsingrijpen, speculatie, buitenlandse ‘investeerders’, machtsmisbruik bij in gebruik geven van grond, dan is er een plan nodig. Na het plan is er een uitvoeringsorganisatie nodig, maar bovenal strakke regie om te voorkomen dat velen worden gelokt door het vele geld, en kunnen doen wat de markt zo goed kan: winsten pakken en verliezen voor de publieke kas laten. 

De grootschalige verbouwing van Nederland met veel functieverandering en waardeverandering van gronden is een megaoperatie waarbij slachtoffers zullen vallen. Deze operatie biedt een kans om ervoor te zorgen dat we straks geen intensieve landbouw meer hebben, maar ook geen extensieve. De kans is aanwezig dat de totale landbouwinfrastructuur en het totale agro-industriële complex onherstelbare schade oploopt. 

In het licht van het voorgaande zijn ideeën die nu in het departement van LNV leven en die gemeengoed zijn bij verpachterorganisaties – namelijk om de pacht aan pachters, verpachter en de rechter over te laten – onverstandig, lichtzinnig, ondoordacht en onverantwoordelijk. Pacht zal veel delen van het veranderingsproces raken en beïnvloeden en dient dus in een integrale benadering te worden meegenomen.