Pacht gaat over veel meer dan korte of lange pacht
Verschillende beleidsdossiers raken het grondgebruik. De voorgestelde ecoregelingngen en 7e actieprogramma nitraatrichtlijn zijn recente voorbeelden en hebben gevolgen voor de relatie verpachter – pachter. Het instrument pacht schiet tekort en moet worden bijgesteld. BLHB pleit al jaren voor de herziening van het pachtstelsel, zodat pachters op deze ontwikkelingen kunnen inspelen. Wederom doet het bestuur van de BLHB een beroep op de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) om dit jaar met voorstellen voor de herziening van de pachtregel te komen.
Ontoereikende pachtregel
Het bestuur van de BLHB pleit al vanaf 2014 voor de herziening van de huidige pachtregel. De pachtregel heeft een aantal ernstige tekortkomingen. Hij draagt niet bij aan een gezonde structuur van de Nederlandse grondgebonden landbouw en staat haaks op verschillende beleidsdoelen op het gebied van duurzaamheid en natuurinclusiviteit. De pachtregel bemoeilijkt het de pachter om uitvoering te geven aan deze verschillende beleidsdossiers. Herziening van de pachtregel is dan ook noodzakelijk.
Tot op het heden blijft het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) kiezen voor korte, geliberaliseerde pachtovereenkomsten. De onzekerheid voor de langere termijn om de grond te kunnen blijven gebruiken en de (te) hoge pachtprijs leiden ertoe dat de pachter niet in de grond met een kortlopende overkomst investeert en geen bijdrage aan de uitvoering van verschillende beleidsdossiers kan leveren. Voorbeelden zijn duurzaam bodembeheer, waterbeheer, kringlooplandbouw, klimaatadaptie en natuurinclusieve landbouw. In een artikel in de Volkskrant van 6 januari 2022 zijn de desastreuze gevolgen van de kortlopende pacht verwoord.
Alleen langdurige grondgebruiksovereenkomsten ondersteunen het streven naar een grotere grondgebondenheid van agrarische bedrijven en maken een gesloten kringloop beter mogelijk. Meer grond en langdurige gebruiksvormen leiden tot een betere borging van duurzaam bodembeheer. Ze leiden tot investeringen in de bodem en dit geeft een betere bodemstructuur, chemische samenstelling en biologie (verhoging van organische stofgehalte en biodiversiteit). Ook ontstaat vervolgens een efficiëntere mineralenhuishouding, verbetert de vochtleverantie naar het gewas en wordt het waterbergend vermogen vergroot. Deze investeringen dragen bij aan de klimaatopgaven.
Wanprestatie en ontbinding
De pachter kan door de huidige pachtegel niet aan de uitvoering van nieuw beleid meedoen. Voorbeelden daarvan zijn de uitvoering van de ecoregelingen als onderdeel van het Gemeenschapelijk Landbouwbeleid, 7e actieprogramma nitraatrichtlijn en de zogenaamde carbon credits.
In veel gevallen wijzigt de bestemming en/of inrichting bij de uitvoering van dit beleid. Volgens een uitspraak van het pachthof heeft de pachter bij een wijziging van de bestemming en inrichting de toestemming van de verpachter nodig. Deze uitspraak van het pachthof in 2009 betreft Den Hamer/De Cloedt en ging over natuurbeheer. Kort gezegd hield de uitspraak in dat pachter voor agrarisch natuurbeheer geen toestemming van de verpachter had gekregen en dit leidde uiteindelijk tot beëindiging van de pachtovereenkomst. Ondanks dat de overheid al in 2009 agrarisch natuurbeheer wenste, heeft dit niet geleid tot aanpassingen van de pachtregel.
Het Gemeenschappelijk landbouw (GLB)
De voorstellen voor de nieuwe periode (2023-2029) van het GLB zijn inmiddels in het Nationaal Strategisch Plan (NSP) vastgelegd. Naast de basispremie is vrijwillige deelname aan de nieuwe eco-regelingen mogelijk; deze zijn onderdeel van de eerste pijler. Voor het verkrijgen van deze premie moet een inspanning worden geleverd. Een lijst van 26 mogelijke maatregelen is opgesteld die vooral doelen betreffen op het gebied van klimaat, bodem, lucht, water, biodiversiteit en landschap. Ze variëren van langjarig grasland tot gras/klaver tot natte teelten, eiwithoudende gewassen, akkerranden, tot zoden onderwerken zonder glyfosaat. In de tweede pijler is agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) opgenomen. De vraag is of een pachter de ecoregelingen en agrarisch natuurbeheer zonder toestemming van de verpachter kan toepassen. Het is van belang dat de pachter van deze ecoregelingen gebruik kan maken zoals de politiek en overheid wensen.
7e actieprogramma Nitraatrichtlijn
De (verplichte) maatregelen zijn rotatie met rustgewassen en ze gelden op zand- en lössgronden. Ook de verplichting om uiterlijk 1 oktober een vanggewas te zaaien geldt alleen voor de zand- en lössgronden. Ook worden nog diverse bufferstroken aangewezen.
De uitwerking heeft tot gevolg dat de opbrengsten van het bedrijf en de grond waarop de maatregelen zijn toegepast, verslechteren. Voor de pachter geldt dat hij dezelfde pachtprijs – die gerelateerd is aan de regionorm – moet betalen over de gepachte ha’s. Het spreekt voor zich dat de minister van LNV dit probleem eerst moet erkennen en vervolgens het pachtprijzenbesluit moet bijstellen. Hij moet dit niet aan de praktijk overlaten, omdat de pachtkamers en de grondkamers met verzoeken tot pachtprijsherziening en geschillen worden overladen.
Na de aanwijzing van bufferstroken kan de pachter deze niet conform de pachtregel en pachtovereenkomst exploiteren. De verpachter kan tegen deze gewijzigde inrichting bezwaar maken ondanks de overmacht van de pachter. Het probleem is dat het pachthof ondanks de overmacht tot verrassende uitspraken kan komen en dit kan alsnog tot pachtontbinding leiden. De ervaring leert dat het pachthof tot verassende uitspraken kan komen.
Bij de totstandkoming van het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn is de mogelijkheid neergelegd om voor de verplichte bufferstrook ecoregelingen als compensatie in te zetten. Los van de vraag of een ecoregeling het verlies aan inkomsten compenseert, kan de pachter de ecoregeling alleen met toestemming van de verpachter uitvoeren.
Carbon credits
Door het waterpeil in veengebieden te verhogen, kan de CO2-uitstoot worden verminderd. Er zijn inmiddels middelen beschikbaar om de grondeigenaren en/of -gebruikers te compenseren.
Deze ontwikkeling kent twee kanten. De pachter werkt (vrijwillig) mee aan het verhogen van het waterpeil en zal naar alle waarschijnlijk de toestemming van de verpachter nodig hebben. Hij verandert de bestemming, inrichting en de gedaante van het gepachte.
De vraag ligt voor wie recht heeft op de opbrengsten van de carbon credits, de pachter of de verpachter. Dit zijn vraagstukken waarop de minister een antwoord moet geven en in de wet moet regelen.
Verbreding en multifunctionele landbouw
Verbredingsactiviteiten in de landbouw hebben een directe relatie met agrarische productie zoals verkoop van eigen producten. De vorm van landbouw waarbij ook andere functies worden vervuld wordt wel multifunctionele landbouw genoemd. Voorbeelden zijn legio: zorgboerderijen, kamperen bij de boer, bed and breakfast, kinderopvang, natuur- en landschapsbeheer, educatie, theetuin en andere horeca-activiteiten, verkoop van streekproducten enzovoorts.
Het ministerie heeft in de afgelopen (tientallen) jaren multifunctionele landbouw bevorderd, maar past de pachtwetgeving niet aan. Bij het aangaan van een overeenkomst is de vraag van belang of de gebruiker andere functies voor ogen heeft en/of andere werkzaamheden dan landbouwkundige gaat verrichten. Valt verbrede landbouw dan nog wel onder het begrip ‘landbouw’ zoals in de pachtregel is bedoeld.
De tweede vraag is of de pachter gedurende de loop van de pacht van functie en/of werkzaamheden verandert. Bij deze situatie speelt de vraag ook of verbrede landbouw onder het begrip landbouw valt en bovendien nog de kwestie of verandering van functie en/of werkzaamheden door de pachter kan worden bereikt zonder toestemming van de verpachter.
De pachtregel biedt voor de pachter nu te weinig aanknopingspunten om het gewenste overheidsbeleid in zijn bedrijfsvoering te kunnen inpassen.
Herhaalde oproep
Ondanks de voorspelling dat de huidige pachtregel ontoereikend is en ondanks aandringen op herziening van het pachtstelsel, bleven de toenmalige minister en staatssecretarissen niets doen. Pachters worden nu door achterwege blijven van handelen gedupeerd. Het is van belang dat de nieuwe minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit na acht jaar tot een afronding van de herziening van het pachtstelsel komt.
Het bestuur van de BLHB zal bij de nieuwe minister van LNV wederom bepleiten om de herziening van het pachtstelsel in 2022 te regelen.
