Merkwaardig arrest fosfaatrechten
De Pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 26 maart een onnavolgbare uitspraak over de fosfaatrechten gedaan. De BLHB is ontstemd over deze uitspraak: op cruciale punten ontbreken steekhoudende argumenten en is de uitvoering van deze uitspraak lastig en soms nagenoeg onmogelijk. Dit leidt tot een grotere onenigheid tussen verpachter en pachter en zal tot vele procedures leiden.
Het proefproces mislukt
De BLHB zag deze procedure als een proefproces en heeft daaraan haar ondersteuning gegeven. De BLHB was van mening dat de verpachter geen recht op deze rechten had en ook geen recht op een vergoeding had als de pachter wenst te vervreemden. Veel belangrijker was nog dat een zorgvuldige procedure werd gevoerd zodat een uitspraak tot stand kwam waarmee pachters en verpachters in de praktijk aan de slag konden. De uitspraak is daarin niet geslaagd, mist gezag en is op veel onderdelen onnavolgbaar en discutabel; onderbouwing van de uitspraak mist.
Pachtrechten pachter
Het hof oordeelt dat de fosfaatrechten in beginsel van de pachter zijn en dat er geen reden is om deze rechten over te dragen. Ook hangen de fosfaatrechten niet aan de grond en de gebouwen. Alleen als er langdurig bedrijfsmiddelen aan de pachter beschikbaar zijn gesteld, leidt dit volgens het pachthof tot een aanspraak. De fosfaatrechten moeten dan aan de verpachter worden overgedragen. De verpachter kan echter geen fosfaatrechten op naam krijgen, want de verpachter is geen veehouder. Dit maakt het een niet uit te voeren onderdeel.
De verpachter kan alleen aanspraak maken als er tussen verpachter en pachter op 2 juli 2019 een reguliere of geliberaliseerde overeenkomst met tenminste 15 ha bestond die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt en/of bij een hoevepacht of pacht van een gebouw dat specifiek voor de melkveehouderij is ingericht.
De potentieel mindere waarde van grond na het einde van de pacht is volgens het Pachthof aan de orde indien deze zonder fosfaatrechten worden opgeleverd. Dat de grond minder waard is, is op geen enkele wijze te onderbouwen en is in de praktijk ook niet het geval. Veronderstellingen zijn geen feiten en daarmee wordt de zorgvuldigheid tekort gedaan.
De grens van 15 ha is volgens het pachthof zelf arbitrair. De motivatie daarvoor is dat de verpachter een aanzienlijke hoeveelheid fosfaatrechten nodig heeft, als hij zelf melkveehouder wordt of de melkveehouderij wenst door te schuiven naar een derde. Indien dit als basis wordt genomen dan zou een veel hogere grens moeten worden aangehouden. Ook hier mist de BLHB steekhoudende argumenten en feiten.
De verdeling
De verdeling van 50% voor de gebouwen en 50% op de grond komt in de uitspraak uit de lucht vallen. Een onderbouwing van deze verdeling zou gewenst zijn, maar ontbreekt in de uitspraak. Dit is een omissie want steekhoudende argumenten zijn noodzakelijk.
Het pachthof rechtvaardigt haar uitspraak grotendeels op de redelijkheid en billijkheid volgens het Burgerlijk Wetboek. In de pachtregel en pachtovereenkomsten is er niets over de fosfaatrechten opgenomen. Aangezien de eis van de verpachter op civielrechtelijke gronden is gebaseerd, is het de vraag of het pachthof nu deze zaak kon behandelen.
Door de pachter is ingebracht dat de fosfaatrechten niet als een productiemiddel konden worden aangemerkt. Het Pachthof ziet de fosfaatrechten wel als een productiemiddel, maar de onderbouwing daarvan ontbreekt. Om de reden dat het productierecht zou zijn, wordt tussen de verpachter en pachter een gelijke verdeling aangehouden. In dezelfde uitspraak stelt het pachthof dat fosfaatrechten niet met het melk- en suikerquotum kunnen worden vergeleken. Een onderbouwing van de veronderstelde verdeling tussen verpachter en pachter zou gewenst zijn, maar ook dit ontbreekt.
Teleurstelling
Door het ontbreken van essentiële onderbouwing van verschillende onderdelen is deze uitspraak bijzonder teleurstellend. Ook zijn diverse overwegingen en afwegingen discutabel en onnavolgbaar. De conclusie is dat deze uitspraak op essentiële onderdelen tekort schiet en daarom ligt het voor de hand in cassatie te gaan bij de Hoge raad.
We adviseren de leden van de BLHB dan ook om deze uitspraak niet als basis voor hun eigen bedrijf te nemen. Door deze uitspraak worden vele procedures tussen verpachters en pachters voorzien.
De pachter in deze procedure heeft nog geen duidelijkheid. De uitspraak van het pachthof is voor hem leidend, maar dit krijgt nog een vervolg. Op diverse onderdelen wijkt zijn situatie van deze uitspraak af.
Voor vragen en reactie: Hans Meijer, wnd. voorzitter BLHB Mobiele nummer: 06-41208080
De BLHB (Bond van landpachters en eigen-grondgebruikers in Nederland) stelt zich als doel het behartigen van de belangen van pachters, erfpachters en eigen-grondgebruikers in Nederland. Daarbij staat de grondgebonden landbouw centraal. De BLHB biedt haar leden specifieke deskundigheid op het gebied van (erf)pacht en grondgebruik. Daarnaast levert de BLHB een bijdrage aan het maatschappelijk debat over de pachtwetgeving en wendt de BLHB haar invloed aan in de politieke discussie over pacht. De BLHB geeft maandelijks het blad “De Landpachter” uit met standpunten, actualiteiten, achtergrondinformatie en advisering op het gebied van pacht, erfpacht en grondgebruik
