Bond voor landpachters en eigen grondgebruikers

Rijksvastgoedbedrijf verkoopt deel pachthoeves

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gaat een deel van 130 pachthoeves aan de huidige pachters verkopen. De agrarische grond blijft in het bezit van het rijk. BLHB juicht dit initiatief toe om pachters in staat te stellen om voor een redelijke prijs de gebouwen en het erf te kunnen kopen. 

Verkoopstop

RVB had als beleid dat er geen agrarische onroerende goederen werden verkocht. Alleen in uiterste gevallen kon een pachter het erf met gebouwen aankopen. Dit ging vaak om gevallen waar de pachter forse investeringen op het erf wilde uitvoeren. 

Al een ruim jaar geleden waren er signalen dat RVB het erf met de gebouwen wilde vervreemden. Dit was verrassend omdat RVB al enige jaren (fors) heeft geïnvesteerd in de opstallen. Dit was noodzakelijk omdat er op grote schaal sprake was van achterstallig onderhoud.

Het plan van aanpak voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud dateert alweer van ruim 5 jaar geleden; in de eerste schatting in 2019 zouden de kosten hiervoor al meer dan 20 miljoen euro bedragen.

Voormalig minister Knops meldde in 2020 na jarenlange klachten en Kamervragen dat hij voor het herstel budget ging vinden.

De uitvoering was en is nog steeds erg stroperig en inefficiënt. Vaak werden meerdere offerten voor een onderdeel opgesteld die dan weer verliepen of onvolledig waren. Ook werden vraagtekens geplaatst of prijstechnisch de juiste keuzes werden en worden gemaakt. Met andere woorden de kosten voor het wegwerken van het achterstallig groot onderhoud zijn door inefficiëntie erg opgelopen.

Verrassend

Het is dan ook verrassend dat de Rijksoverheid na deze grootschalige investeringen alsnog besluit om ruim 130 pachters de gelegenheid te geven om de pachthoeves te kopen. RVB motiveert dit met de opmerking dat deze hoeves nu in verkoopbare staat verkeren.

Deze groep pachters heeft onlangs een brief gekregen dat als zij belangstelling hebben, zij zich kunnen melden. Zij kunnen het erf met de gebouwen kopen tegen de te taxeren marktwaarde en deze waarde is gelijk aan onverpachte staat. Uiteraard hoeft de pachter de gebouwen en bouwwerken die hij zelf als pachter heeft betaald, de pachtersinvesteringen, niet te betalen. Het aanbod blijft staan voor pachters die nu geen interesse hebben, maar mogelijk over een paar jaar wel de hoeve willen kopen.

Criteria en compensatielocaties

Door toekomstige gebiedsontwikkelingen wil RVB een deel van de erven niet verkopen. Welke criteria daarvoor gelden is niet geheel duidelijk. Eerder had RVB het beleid dat gebieden die mogelijk voor een andere functie in aanmerking kwamen, nooit verkocht konden worden. Het kader daarvoor was erg ruim en vaag en bood de pachter geen rechtsbescherming. 

Ook meldt RVB dat een deel van de pachthoeves voor ruiling in aanmerking komt. In ieder geval geldt als criterium dat de pachter die voor aankoop in aanmerking komt, zelf het bedrijf moet exploiteren, nog minimaal 20 jaar agrariër blijft of een opvolger heeft die medepachter is. Voldoet de pachter hier niet aan en eindigt de pachtovereenkomst op termijn, dan gaat RVB deze locaties laten dienen voor ruiling. Het is onduidelijk of het erf en de opstallen van deze compensatiebedrijven door de nieuwe pachter kunnen worden gekocht, maar dit ligt wel voor de hand. 

Goede ontwikkeling?

De BLHB juicht deze ontwikkeling om de erven te verkopen toe, omdat de bedrijven die het erf en de gebouwen in eigendom hebben zich beter kunnen ontwikkelen. Zij hoeven niet steeds bij de verpachter om toestemming te vragen indien zij de opstallen willen wijzigen of nieuwbouw willen plegen. Ook zijn er meer mogelijkheden om financiering te verkrijgen. 

Het is dan wel noodzakelijk dat de aankoop op basis van redelijke gronden wordt uitgevoerd. RVB houdt de marktwaarde aan, terwijl er wel pachtovereenkomst is en er sprake is van pachtdruk. De ervaring in het verleden leert dat de RVB zelf de taxatie uitvoert en de pachter daarop geen tegentaxatie mag uitvoeren. Er zijn voorbeelden dat de ondergrond, het erf, bijzonder hoog werd getaxeerd.

Dit leverde voor de pachters geen voordelen op. Het pleit ervoor dat in ieder geval twee taxateurs waarvan één door RVB en één door de pachter, worden aangewezen om de waarde te bepalen. Indien de pachter immers te veel voor het gepachte moet betalen, kan de ondernemer zich in de toekomst ook niet meer ontwikkelen, omdat hij geen financiële ruimte meer heeft. 

Oproep 

Op basis van het voorgaande zal het bestuur van de BLHB meer duidelijkheid wensen en de onafhankelijkheid van de taxatie bepleiten. We zullen deze wensen bij de minister neerleggen.

We roepen pachters op om zich bij ons te melden, als er onregelmatigheden zijn over de aankoop.